Stroomkasten – Acht installatierichtlijnen

Zoals de naam al aangeeft, worden stroomkasten vaak gebruikt in energiesystemen of telecommunicatiesystemen en in verschillende industrieën, en worden ze gebruikt om nieuwe toevoegingen aan stroomapparatuur te plaatsen of voor professionele stroombedrading. Over het algemeen zijn stroomkasten relatief groot van formaat en hebben ze voldoende ruimte. Het wordt meestal gebruikt in het stroomdistributiesysteem van grootschalige projecten. Vandaag zullen we het hebben over de installatierichtlijnen voor stroomkasten.

Stroomkasten - Acht installatierichtlijnen-01

Richtlijnen voor installatie van stroomkasten:

1. De installatie van componenten moet voldoen aan de principes van gelaagde opstelling en gemakkelijke bedrading, bediening en onderhoud, inspectie en vervanging; componenten moeten regelmatig worden geïnstalleerd, netjes gerangschikt en duidelijk georganiseerd; de installatierichting van componenten moet nauwkeurig zijn en de montage moet strak zijn.

2. Er mogen geen componenten binnen 300 mm boven de onderkant van de chassiskast worden geplaatst, maar als het speciale systeem niet bevredigend is, kan een speciale installatie en plaatsing alleen worden uitgevoerd na goedkeuring van het relevante personeel.

3. De verwarmingscomponenten moeten op de bovenkant van de kast worden geplaatst, waar de warmte gemakkelijk kan worden afgevoerd.

4. De opstelling van de voor- en achtercomponenten in de kast moet strikt in overeenstemming zijn met het schematische diagram van het paneel, het schematische diagram van het paneel en de tekening met installatieafmetingen; de typenormen van alle componenten in de kast moeten volledig overeenkomen met de eisen uit de ontwerptekeningen; ze kunnen niet gemakkelijk worden gewijzigd zonder toestemming.

5. Bij het installeren van Hall-sensoren en isolatiedetectiesensoren moet de richting aangegeven door de pijl op de sensor consistent zijn met de richting van de stroom; de richting aangegeven door de pijl van de Hall-sensor die aan het uiteinde van de batterijzekering is geïnstalleerd, moet consistent zijn met de richting van de laadstroom van de batterij.

6. Alle kleine zekeringen die op de rail zijn aangesloten, moeten aan de zijkant van de rail worden geïnstalleerd.

7. Koperen staven, rails 50 en ander beslag moeten na verwerking worden geroest en ontbraamd.

8. Zorg er bij vergelijkbare producten op dezelfde locatie voor dat de locatie van de installatie van de componenten, de richting en de algemene planning consistent zijn.


Posttijd: 20 juli 2023